Stichting Bulamu Oeganda reis april - mei 2019

Just Henry - reisblog 3 - 15 April 2019

Het is een zachte jongen, een lieve, aardige jongen en soms een eigenaardige jongen. Zo’n jongen waarvan je zelfs als man kunt zeggen “wat een lieve jongen”, daarbij vergetend dat hij al zeker dertig jaar is. Eigenaardig en eigenzinning in uiting en toch zo nederig. Een artiest pur-sang zonder het elan van de frivole straatartiesten van het Place Pigalle in de suburbs van Parijs. Geen alpinopet, maar wel een scharlaken rood Louis Vuitton overhemd met gouden knoopjes, onder een knalgroen Starbucks schort. Ik verbaas me er regelmatig over hoe de peperdure merkkleding ofwel de niet van echt te onderscheiden vervalsingen van de duurste merkkleding hun weg vindt naar een tweede leven in donker Afrika. Een tweede leven bij iemand die iedere maand weer het gesprek moet aangaan met zijn landlord omdat hij de huur voor zijn winkeltje nog net niet bij elkaar heeft – en dan praten we over 25 tot 50 euro per maand. Een tweede leven bij iemand die wel de schoonheid ziet van dat wat hij aanheeft maar ook weet dat alles betrekkelijk is en dat een merk niets meer is dan wat iemand er voor over heeft.

Henry kennen we al even. De eerste jaren dat wij in Oeganda waren hebben we hem ontmoet op het kinderdorp, waar hij zelf is opgegroeid. Een kinderdorp waarin hij door support van Nederlanders scholing heeft mogen ontvangen en zelfs een opleiding op de academie voor beeldende kunst. Een kunstenaar met zijn handen, een man met een gebrek aan ondernemersinzicht; te lief voor de verkoop van zijn waren en voor het gescheiden houden van zaken en prive. Gemakkelijk gezegd als de hele familie weet dat jij de enige bent die iets geld verdient en – zoals iedereen in Oeganda – niet verzekerd is tegen ziekte en ongevallen.


Talrijk zijn de keren dat ik met hem heb samengezeten. Stap voor stap ideeen delend, werk van hem kopend om in Nederland voor hem door te verkopen en initiatieven ontplooien om mee verder te gaan. De koelkast in zijn winkel om gekoelde drankjes te verkopen aan mensen die dan en-passent zien wat je als kunst te koop hebt staat er inmiddels (Mr.Rene ik verkoop geen soda’s (flesjes limonade) want de hele buurt bestaat uit automonteurs en zo, dus die kunnen net water of siroop kopen voor 5 cent per zakje – maar het is weer een stapje. De GEOcache ligt er ook en het boekje staat al redelijk vol met touristen die speciaal hiervoor naar zijn winkel zijn gekomen en direct iets aangekocht hebben. De overstap naar lesgeven aan studenten van Makerere University is zijn eigen idee en het samenwerken met zijn zus Eva, die kleding naait zorgen ervoor dat het langzaam beter gaat.

Henry ziet er goed uit. We openen de slagboom naar zijn oprit, ook zo’n initiatief om de grond voor zijn winkel te verhuren als betaalde parkeerplaats en worden welkom geheten door zijn vrouw en zijn dochtertje. Nu een fijn weerzien, vorig jaar een complete verrassing, zoals we deze dagen regelmatig verrast worden door bekende Oegandezen die hun meerjarige kind aan ons laten zien, eerder niet in staat om, door schaamte of wat dan ook. In no time zitten we met een bord rijst met bruine bonen voor ons neus, halen we verhalen op en delen we de laatste weetjes. Leuk om te bedenken dat, als ik dit zo schrijf, dit voor een Nederlander heel anders moet lijken dan dat het is. Je zit op een houten bankje, voor je worden twee borden met een bord erop neergezet. Een pak van Nelle Supra Roodmerk (van een of andere Nederlander) opengeknipt om een schep koffie in kokend water te gooien en tussen je tanden door te filteren, 5 klanten die langskomen en graag even in het Luganda tegen je te vertellen dat je locaal aan het eten bent, Henry en zijn vrouw die je met rust laten tijdens het eten en in geen velden of wegen te zien zijn, de stagiaire van Eva die op een trapnaaimachine een blauw stukje stof in elkaar zit te naaien, met een speldenkussen met tientallen spelden, omringd door het laatste werk van Henry waar we gelijk een mogelijke promotie voor hem in zien en een dochtertje dat om ons heen dartelt omdat we toch wel een beetje eng maar toch ook wel heel gezellig zijn. Dit tafereeltje duurt zeker een half uur en wij genieten, na 10 jaar Oeganda, van deze rust – onderwijl in gedachten bij mijn eerste keer dat ik op hete kolen zat om zo nodig alles tegelijk te bepraten en alle ideeen in 1 keer te spuien. Oeganda is een land van ballonnetjes; gesprekjes; ideetjes en met name een land van Mpola Mpola – Step by Step – “Despasito” en Oh wat geniet ik daar tegenwoordig van. Terwijl mijn ogen bijna dichtvallen bij de laatste hap zetmeel en koolhydraten gaan we weer over in de hulpstand. 



We hebben nieuwe visitekaartjes bij Henry besteld. Al het drukwerk voor de stichting laten we tegenwoordig bij hem doen. Een win-win situatie omdat we hem hierbij niet uit de hulpstand hoeven te halen door te geven, maar hem gewoon zijn dagelijks werk kunnen laten doen en daar voor betalen. Zo zijn we ook met hem begonnen. Er was een tijd dat zijn sponsor hem niet meer hielp en hij nog een laatste semester op school moest betalen, 350 euro, ook een aardig bedrag voor ons. We hebben hem toen een doek laten maken van 3 bij 2 meter. Het heeft jaren bij ons aan de muur gehangen en vandaag had hij het er nog over, dat hij daarna nooit meer zo’n groot werk heeft gemaakt. Visitekaartjes dus, die we vorig bezoek ook door hem hebben laten maken en die we natuurlijk thuis hebben laten liggen – en thuis heb je niets aan kaartjes met een Oegandees telefoonnummer.  Eva laat catalogussen aan Jolanda zien en er gebeurt een wonder, Jolanda bestelt een Oegandese jurk. Banage, Katonda Wange, wat gaaf. Na jaren lang geroepen te hebben dat ze nooit een Oegandese jurk gaat dragen is er dan toch iets gebeurd. Vorig jaar op de bruiloft van Moses en Irene droeg ze nog een gehuurde Gomez (traditionele jurk) tegen haar zin en nu komt er dus de omzwaai naar totale integratie – een paasjurk uit de shop van Henry. Ik ben benieuwd en voel me nu al verliefd <3.  

Terwijl Eva bij Jolanda de maten staat op te meten bespreek ik met Henry de mogelijkheden van Shutterstock. Hij valt bijna van zijn kruk als hij hoort dat je een paar duizend shilling kunt verdienen met de verkoop van je eigen foto’s. Ik denk dat de tijd er rijp voor is. Henry heeft een goede camera, een laptop, een opleiding in alle Adobe programmatuur en het inzicht van een kunstenaar. Werk aan de winkel dus om samen met hem een account op te zetten en hem de noodzakelijke push te geven. We zien ook nog een zakelijke oplossing voor een kleine injectie als hij de gedrukte kaarten laat zien. Kijk Mr. René, als jij een foto aanlevert dan maak ik er art van op de voorkant van een kaartje, dan kun je de gegevens van Stikting Bulamu (zoals Oegandezen het altijd uitspreken) achterop zetten en ze verkopen of opsturen. 2000 Shilling per stuk (0,50€) Henry wat denk je ervan als ik eens reclame voor je maak en deze kaartjes met jouw kunst verkoop – Good idea Mr. Rene  

Met een stapeltje kunst, een jurk in aanleg en nieuwe visitekaartjes nemen we afscheid. De oproep op Whatsapp heeft direct geleid tot de eerste 15 euro voor Henry – minstens een week huur voor zijn shop – geweldige impuls, bedankt – en wil je ook van die mooie kaartjes? Stuur even een mailtje, whatsapp of messenger of bezoek de facebook pagina van Henry zelf.