4 Oktober 2018 - de eerste week zit er op

Klam zweet bedekt mijn voorhoofd, diffuus vermengd met rode klei. Adama, de rode klei waar Adam volgens Genesis uit gecreerd is moet wel hier vandaan gekomen zijn. De hof, het paradijs, de parel van Afrika. Het klinkt te romantisch om waar te zijn. We komen net uit het centrum van Kampala, een metropool waar 17 miljoen mensen werken en wonen en waar het eigenlijk iedere keer weer een wonder is als we heelhuids bij ons hotel uitstappen. Een natte rug van de heerlijke temperatuur en van de concentratie. Living on the edge en telkens weer blijkt dat dat een deel is van wat ons trekt. Hier leer je autorijden, in een stad waar iedereen auto heeft leren rijden door 2 lessen schokkend en bonkend een straat uit te rijden en daarna met een rijbewijs de praktijk in gestuurd wordt. Een land waar de kranten nog dagelijks melden hoeveel mensen er gisteren overleden zijn door een auto-ongeluk of een catastrofale rit op een brommertaxi.

De Heer is erbij zeggen wij altijd en dat is meer dan waar. Het is ook kicken om dit mee te maken. Spitsroede lopen om dan daarna weer te genieten van de vele vogels in de bomen en de drukte om je heen. Alles leeft op straat, in een schijnbaar ongecontroleerde chaos, waar het leven nog altijd is ingericht zoals vroeger bij opa en oma, maar dan inclusief GSM en facebook.

De eerste week zit erop. Een week waarin we tientallen kilometers gelopen, honderden kilometers gereden, miljoenen shillingen uitgegeven en evenzovele bedankjes terug ontvangen hebben. Bedankjes voornamelijk voor jullie, de sponsors die het onmogelijke waar gemaakt hebben. Donateurs die een verandering hebben gebracht in het leven van enkelen die wij kennen. Bedankjes ook voor de giften in de vorm van kleding of in de emotionele gift van steun aan ons, onze achterban, de dank gaat met name uit naar jullie, die ons steunen.

In een vogelvlucht zijn we gestart in Pernis met het vergeten van het Oranje koffertje, waarover ik eerder geschreven heb. Het inchecken gaat soepel en ineens staan we oog in oog met Gert en Jill van Kinderhulp Afrika (http://www.kinderhulp-afrika.nl/nl/) . Een byzondere ontmoeting met mensen die al dertig jaar in Oeganda werkzaam zijn. Met Gert en Jill hebben we eerder dit jaar contact gemaakt op Opwekking en het klikt zo goed dat we met hen afspreken om hen in Kampala te ontmoeten.

Na een vlotte vlucht landen we in Entebbe, waar we samen met Erik-Jan, een zeer gewaardeerde aanvullende kracht voor Stichting Bulamu, overnachtten. Een overnachting in een voor ons nieuw Guesthouse, the blue monkey, waar we direct ook voor de laatste dag hebben geboekt.

De volgende dag staat al vroeg het ontbijt klaar en we zijn nog niet bezig of de auto is al gearriveerd. Dat is altijd een leuk proces. Samen met de driver loop ik het contract door, dat ik op verzoek van de verhuurder zelf heb opgesteld ? Oegandezen vinden het heerlijk en belangrijk dat iets officieel op papier staat – en voor een auto die we toch 25 dagen in ons bezit hebben is het ook voor ons van belang dat alles goed afgesproken is – maar afspreken en begrijpen is nog altijd wel een dingetje. Als er dan uiteindelijk een aanbetaling is gedaan, deels in dollars en aangevuld met de schaarse Shillingen die we iedere keer na afloop weer mee naar huis nemen, krijg ik te horen dat de deal rond is en dat ze de auto weer meenemen. ?But why? – !To clean it off course – don’t you think its dirty, we’ll be back in half an hour!.

Als we een uur later uit zitten te buiken van het ontbijt en besluiten om alle koffers maar vast buiten te zetten komt de auto er uiteindelijk aan. Spik en span en klaar voor de reis – met een uitgeputte tank waarmee we gelukkig net de eerste van de duizenden tankstations in Oeganda kunnen bereiken.

Gert met een student uit hun project
Village girl

De Express way bevalt ons prima, we zoeven via de Barclays bank naar Kampala en arriveren nog geen half uur later in Nexus Hotel Nansena, waar we opnieuw welkom worden geheten, dit keer met een voorbereide offerte. Twee weken geleden kreeg ik een mailtje van dit hotel waarin gemeld werd dat het niet mogelijk was om tegen de prijs van April te boeken omdat sinds juli de prijzen waren verhoogd (verdubbeld). Na een diepe zucht en een whatsapp dat we al in April een prijs hadden afgesproken kregen we direct een mail met een bevestiging tegen de oude prijs. Geen excuses, gewoon met een bericht, als dit zo is dan is dat OK. Ugandan!! Hier ging dat beter dan in ons hotel in Entebbe waar gewoon drie dagen vooraf gemeld werd dat we niet konden overnachten omdat het hotel volgeboekt was. Soms denken we dat we iets afgesproken hebben maar – zoals we ook Erik-Jan verteld hebben – in Oeganda kan alles de laatste minuut nog veranderen.

De euforie was dan ook groot toen we om 12 uur ingecheckt en al, alle 170 kilos aan bagage op onze kamer hadden staan, we met 7 man aan tafel zaten te lunchen, de telefoons weer waren voorzien van onze Oegandese nummers, de Social Media tax betaald was (een vorm van belasting waardoor Oeganda in een maand tijd heeft gezorgd dat er een daling van 27% in het gebruik van Mobile Money en Facebook gebruik is gerealiseerd) en we de eerste bleekgele uitsmijters weer naar binnen zaten te slurpen.

Geinstalleerd. John Ntabaazi en zijn collega John gearriveerd om Erik-Jan mee te nemen naar hun kinderhuis in de sloppenwijken van Bwaise, Rembo Francis (een van onze sponsorkids) aangekomen uit Fort Portal om met ons het weekend door te brengen, en Moses Mugalasi net terug uit zijn pastor conferentie om samen met ons zijn pasgeboren zoon en Irene te ontmoeten. We hebben het nooit zo snel gedaan dus even later zitten we alweer in de auto op weg naar Wakiso.

Wakiso is een district en een stad ten zuidwesten van Kampala. Ongeveer een half uur rijden vanaf Nansena, dat op haar beurt weer een half uur af ligt van het centrum van Kampala. In Wakiso hebben we in 2013 een maand gewoond en deze weg is voor ons zeer bekend. Het is ook een relatief rustige weg (voor ons) waarop het gemakkelijk acclimatiseren en weer wennen aan het Oegandese verkeer is. In Wakiso neem je vervolgens een afslag waar je de “turmac” – het asfalt – verlaat om op een traditionele Oegandese stofweg je weg te vervolgen. Na drie kwartier bereiken we de woning van de moeder van Irene. De auto is inmiddels overgegaan van grijs naar vijftig tinten rood en valt daarmee niet meer op in het landschap van rood (oranje) en groen. We parkeren naast de koffiestruiken onder een bananenboom en worden verwelkomd door Irene en haar schattige kleine mannetje. Michael Jed Kitiibwa (in de volksmond uitgesproken als Tsjietiebbwa).

Even familie zijn op het platteland waar de biggen de kippen najagen en het leven stil lijkt te staan. Ik kan de vredigheid niet beschrijven – die moet je echt een keer meemaken, maar er komt een soort rust over je heen als je hier in een aftands bankstel wegzakt – omdat de kussens nog bestaan maar de latten zijn doorgezakt – met je kont op een spannende tijgerprint, terwijl je kijkt naar een koelkast, opgesteld op de pallet waarop hij is aangeleverd, beplakt met een sticker om het effen wit weg te halen, met drie stekkerblokken met opladers, een strijkijzer en een zaklantaarn, allemaal voorzien van stroom door een miniscuul zonnepaneeltje. De village waar de tijd is doorgegaan en de mensen zijn stil blijven staan. Op de deel ligt koffie te drogen. De zon schijnt erbarmelijk op de huid van de bessen, waarvoor geen andere bestemming is dan de verkoop. Koffie drogen zonder selectie, zwarte rode en groene bessen die naar de conglomeratie gaan voor een habbekrats en kwalitatief ook te lijden hebben aan onkunde. In drie weken voorbereiding op onze koffiehobby weten we meer over deze bessen dan deze mensen die ze al decennia lang in hun tuin hebben staan en na droging in de zon verkopen aan een ander die er vloeibaar goud van maakt.

En toch is dit leven iets wat menigeen kan benijden. Altijd eten voorradig, een tabaksplant in de achtertuin (tegen de slangen ?!), koffie, mais, bonen, matoke bananen, pawpaw, papaja, mango en alles wat exotisch is op te noemen rondom het huis, biggen, geiten, een koe en kalkoenen om het huis heen en – de onvermijdelijke Coco – Coca Cola – op het dienblad voor de gasten. Geef ons maar een glaasje verse passion juice.

Gert met een student uit hun project

Zaterdag vindt de familie reunie plaats. Rembo en Happy John komen bij ons langs om ons te verwelkomen. Met hen bespreken we – gestructureerd als een Oegandeses business meeting. Het eerste uur wordt volgepraat door de belevenissen van Happy John, Rembo heeft maar ongeveer een half uur nodig en uiteindelijk vullen we de rest van de middag met “having gezellig” en chitchat over onze toekomstplannen in Oeganda. Trechteren. Een AWVN term die we als stichting omarmd hebben. Alle ideeen en gedachten gooien we in een trechter en als we uitgeput zijn gaan we zachtjes in de puntzak knijpen om te kijken of er al iets uitkomt. Stap voor stap filteren en gezamenlijk tot uitkomsten komen. Het is een mooi proces waar voor de Stichting inmiddels al zeker 20 mensen, waaronder al onze eigen en gesponsorde kinderen – al dan niet bewust – aan meedoen.

Vandaag verheugen we ons over het feit dat Stichting Bulamu officieel geregistreerd is als NGO (Non Governmental Organisation) – en betreuren we het feit dat bij de overheid het papier op is om de officiele certificaten op te printen. Je gelooft het niet maar door het opzijn van dit papier is er een ministeriele achterstand van drie maanden opgelopen in het registreren van zaken en NGO’s. Vandaag nemen we ook het besluit om alle ambassadeurs van de stichting op een vrijwilligerscontract te gaan registreren. Het hoort er allemaal bij, een officieel orgaan moet ook aan de officiele wetgeving voldoen. De derde stap voor deze week is het openen van een Oegandese bankrekening. Een proces dat zomaar drie maanden kan duren, dus is het maar goed dat Jolanda in Januari weer terug gaat om de volgende stappen te ondernemen.

Als de jongens weer weg zijn, Happy op pad om het papierwerk te regelen en Rembo als toerist bij Happy in huis, komt John langs om met ons te dineren. John is ons trouwe contactpersoon voor het project Hope for the Future. Het kinderhuis in het zuiden van Kampala, waar Koen in Januari heeft verbleven. John doet alle inkopen en betalingen voor HTFO en neemt vanavond met ons de boekhouding door. John is net getrouwd en natuurlijk willen we ook Stella zien, maar eerst maar even dit regelen en met nazoemende oren van alle gesprekken zijn op zaterdag de lijnen weer uitgezet en kunnen wij ons weer op onze projecten richten. Family time op zondag.

Om half tien stapt Moses in en rijden we naar CPM. Onze thuiskerk op Kira road. Moses heeft voor ons en voor Jacob (voorganger in Belgie) vorig jaar ons hotel geregeld, vlak bij zijn huis en regelmatig trekken we er met hem op uit. Vanmiddag zullen we opnieuw met hem naar de village trekken, naar Irene die deze weken bij haar moeder woont. Terwijl ik dit zit te schrijven besef ik me dat er zo veel zaken zijn die afwijken van onze cultuur dat er boeken over te schrijven zijn. Moses heeft als Oegandese man een taak om te zorgen dat het geld binnenkomt. Met name rond een geboorte, schrijft de oude Oegandese stammencultuur voor dat de man zijn vrouw onderbrengt bij haar moeder. Hij verzorgt haar daar financieel en de moeder verzorgt haar daar emotioneel en leert haar in een aantal weken hoe ze moet omgaan met een baby en alles wat daarbij komt. Als we aan Irene uitleggen dat Robin en Maryke, die ons net een waanzinnige kleindochter hebben geschonken, er na vijf dagen helemaal alleen voor staan, levert dat een zucht van onbegrip op. Vaders in Nederland zijn betrokken bij hun kinderen en kunnen misschien wel eens mopperen op al het werk, vaders in Oeganda (die volhouden in de stammencultuur) worden na enkele weken ineens geconfronteerd met een paar weken ontwikkeld hoopje mens waarvan ze absoluut niet weten wat ze er mee moeten. ’s Lands wijs ’s Lands eer zullen we maar zeggen.

Gert met een student uit hun project

Als we bij de kerk aankomen is de weg gevuld met militaire en politie voertuigen. De kerk wordt gehouden in het gebouw van het Uganda Museum op een belangrijke locatie in Kampala. We wurmen ons langs een aantal norse overheidsfunctionarissen en zien dat op het museumplein een ‘tour de Kampala’ opstelling plaats vindt. Vreemd gezicht, een “bruine” equippe op wielrenfietsen. Dit soort evenementen wordt nog wel eens georganiseerd door blanke stichtingen om geld op te halen voor NGO’s maar zo gekleurd heb ik het nog niet eerder meegemaakt. Na drie uurtjes geweldige afwisselende kerk – waarin de jarigen met een taart worden geeerd, Rene en Jolanda welkom terug geheten worden en even een podium krijgen, een bekend evangelist vol vuur een oproep doet tot evangelisatie buiten de kerk en de Geest heerlijk aanwezig is, maak ik buiten de laatste foto van de wielerronde – een kiekje van de bezemwagen – en dat is hier met recht een bezemwagen want in een grote vrachtwagen zijn alle fietsen bovenop elkaar gedumpt. Zal het hier ooit veranderen?

Na afloop – in de village – lopen we een rondje in de buurt en nemen de neefjes van Irene ons mee de wildernis in. Dit levert mooie plaatjes op en een stoet geinteresseerde kinderen uit de buurt, die toch wel eens een paar blanken willen zien. Voorlopig is onze aanwezigheid nog niet echt ingeburgerd. Samen met de familie zien we de koe, die voor de trouwerij van Moses en Irene als bruidschat is gegeven. De koe is drachtig en zal volgende maand werpen. Een mooi kado.

Gert met een student uit hun project

4 Oktober 2018 - maandag tot donderdag in vogelvlucht

Maandag 1 oktober. We steken de snelweg over en zijn terug in het deel waar we in 2012 gewoond hebben. Kawala, Namungoona, Kasubi. De sloppenwijken van Kasubi waar we het project Makerere West Valley Primary School draaien. Inmiddels zitten er nog maar 8 kinderen uit het MWVPS programma op deze school en zijn er al 12 doorgestroomd naar het voortgezet onderwijs (secondary school). Als we bij de school aankomen kijken we onze ogen uit. In april bestond de school alleen uit de begane grond en werd het plafond versterkt, nu staat er een volledige tweede laag op. Nog bijzonderder is het feit dat de headmaster, directeur van deze school, zelf in de dakgoot hangt om het beton van het tweede plafond te storten.

Geweldig om de toewijding en het hart van deze man, voor de kinderen in de aangrenzende sloppenwijk te zien en te kennen. Als we boven op het dak met hem de plannen voor komend jaar doorspreken valt ons oog op de buitenmuur van de school. Afgelopen half jaar hebben Jolanda en ik veel tijd en werk gestoken in het vernieuwen van de website www.bulamu.org. Daarbij hebben we ook een nieuw logo voor de stichting ontworpen; een levensboom bestaande uit een boom met handen als bladeren. Op de muur van de school prijkt een boom – met handen als bladeren. Ons project op deze school heet Hands of Love, een mooi bewijs van leven in de Geest.

Namiro Ireen moet inmiddels een jaar of 17 zijn. Helemaal zeker weet je het nooit met deze kinderen. Ouders en grootouders in een buurt waar je na vijven niet meer wilt vertoeven en voor vijven eigenlijk ook niet. Vorig jaar liep ik er nog ter begeleiding van Thomas en Jacob, die regelmatig aangeklampt werden door lallende mannen die geen andere toekomst hebben dan hun dagbesteding in de schamele waradgi huizen, van bananenbier naar bananengin. De kinderen uit deze leefgemeenschap vinden hun scholing bij MWVPS en één van de sponsors van Stichting Bulamu heeft drie kinderen uit deze school onder haar vleugels, zowel in het begin op de primary school als nu ook op secondary school. 

Gert met een student uit hun project
Village girl

Namiro Ireen is de oudste en heeft afgelopen jaar A-Level / het zesde jaar van het voortgezet onderwijs geprobeerd. Het is haar niet gelukt en samen met haar sponsor hebben we een oplossing gevonden. Irene heeft twee problemen. Haar ouders zijn verongelukt doordat het huisje waarin ze woonden is afgebrand. Haar oma en opa hebben haar uit het brandende huis weten te redden. Geld is er niet. Daarnaast ligt haar linkeroog altijd gericht op uiterst links, deze vorm van scheel zijn heb ik zelden gezien terwijl haar rechteroog voor een groot deel blind is. Dat ze het dan zo ver geschopt heeft komt door haar doorzettingsvermogen. Ieder jaar zocht ze een plekje in de klas vooraan zodat ze toch kon lezen wat er op het bord kwam. In de afgelopen jaren heeft haar sponsor gezorgd voor een goede bril, nu ook met meekleurende glazen. Wat bijzonder is is dat Irene weet wat ze wil. Ze wil het sponsorgeld niet gebruiken voor de studie die haar niet lukt maar ze wil een cursus volgen voor automonteur. Vandaag mogen we haar vertellen dat haar sponsor dat gaat vergoeden voor volgend jaar. We nemen ook een zak geschonken kleding voor haar mee en ik heb nog nooit iemand zo haar horen schreeuwen van blijdschap.


Met een grote schreeuw in de lucht naar de headmaster showt ze haar net verworven Nike schoenen terwijl ze een vreugde dansje op het schoolplein uitvoert. Om haar heen verzamelen zich haar voormalige leerkrachten, met lachende tanden van warmte voor haar. Je wilt niet weten wat dit voor haar betekent. Een kans gecreerd voor een schijnbare kansloze. Vandaag besluiten we om de volgende lichting van 55 kinderen te selecteren voor een volgend sponsorprogramma. Met deze 55 kinderen gaan we met 16 euro per maand een nieuw vervolg voor deze school starten. 180 Kinderen die hier de start van hun toekomst ondergaan. 2 Projecten vinden vandaag hun oorsprong. 650 Euro voor een golfplaten dak, 5 sponsorkinderen deze maand en 50 vanaf januari. Het is aan jullie – Join us Now. Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. – Ja natuurlijk sponsor ik ook een kind op makerere west valley primary school

Op dinsdagochtend horen we dat Mark, de eerst gekozene uit de nieuwe lichting, voorzien is van 2 halve sponsors. Dat kan natuurlijk ook en wat een heerlijkheid om te horen voor hem, zijn ouders en deze school. Voor Moses ligt er een taak in het verschiet, hij zal de komende 2 maanden de namen, de foto’s en de verhalen verzamelen waarna we als stichting de mapjes met de kinderen zullen verzorgen. 

Gert met een student uit hun project

Het eigenwijze kleine watje

Het oranje koffertje wordt vervolgd door het eigenwijze kleine watje. Met Jolanda als partner is het leven nooit saai. Dat kan ik je verzekeren. Haar enthousiasme, passie en avontuurlijke inslag is de basis voor alle verhalen die ik al jaren kan maken en levert ook nog altijd verhalen op. Als reismateriaal nemen we het liefst kleding en andere donatiematerialen mee. Dit keer ook Geitenmelk van Vitals, de altijd aanwezige stroopwafels voor Nederlanders in Oeganda en een regiment schoenen. Daarom hebben we in April dan ook besloten om een koffer vol met eigen kleding achter te laten bij Moses. Dit is leuk want nu hoeven we geen schaarse kofferruimte voor eigen kleding te reserveren, we hebben geen kleding mee terug te zeulen en voor ons beleven we een momentje geluk als we een eigen koffer mogen openen om te zien wat we ook alweer achter gelaten hebben. IN de koffer bevinden zich ook wat essentiele zaken zoals oploskoffie en oorstokjes en die laatste categorie, die inderdaad voor het laatst in de achterblijverkoffer heeft gezeten, zorgt voor een interessant nieuw uitstapje.

Gert met een student uit hun project

Op dinsdagochtend bevinden we ons in het Mengo Hospital. Een gigantisch ziekenhuiscomplex op één van de 7 heuvels die het oorspronkelijke Kampala rijk was. Mengo, het oudste ziekenhuis, waar je met de auto op kunt rijden en dan maar moet zien waar je naar toe moet. Gisteren reden we hier naartoe en vonden we uiteraard het laatste plekje om te parkeren en na hier en daar rond te vragen vinden we dan uiteindelijk iemand die ons kan helpen; of eigenlijk iemand die Jolanda kan helpen. Na het gebruik van een overjaard wattenstokje is het watje achtergebleven, diep in haar gehoorgang. We worden doorverwezen naar de “consult” afdeling waar we als eerste horen dat we 50.000 moeten betalen (belachelijk veel geld voor een consult) en daarna te horen krijgen dat we morgen pas terecht kunnen om 2 uur. We willen een afspraak maken om 5 uur maar dat kan niet, om 2 uur komt de dokter. Als we vragen tot hoe laat de dokter er is dan is het antwoord “totdat de lijst op is”. We zijn de eerste op de lijst dus dan maar haasten om hier om 2 uur te zijn. Dit verstiert ons programma behoorlijk want we hebben met Erik-Jan en John Ntabaazi afgesproken om op het land (Masaka road diep in de village) te gaan kijken en daarna in de sloppenwijken waar Erik Jan nu woont, maar afijn, er zijn al drie dagen met een watje verstreken en het is toch tijd om het eruit te laten halen.

Vanmorgen zijn we dus vroeg vertrokken. Na een uurtje rijden, waarvan de helft op dust road, vinden we het land dat John gekocht heeft. John is met zijn One Love Troupe, een bijzonder project van onze stichting. In 2012 hebben we John voor het eerst ontmoet. Hij was in Nederland geweest voor een optreden met een koor en muzikanten en iemand in Nederland wilde zijn studie bekostigen op het moment dat wij in Oeganda waren. We hebben hem opgezocht en vanaf dat moment via zijn sponsor zijn hele leertraject gevolgd. Nu is John op conservatorium niveau bijna afgestudeerd op meerdere muziekinstrumenten waaronder klassieke Cello – terwijl hij ook allen inheemse muziekinstrumenten bespeelt en doordat zijn leven is veranderd door een Nederlandse sponsor, wil hij iets terugdoen voor anderen.

Zodoende hebben we hem door meerdere sponsors kunnen helpen met het registreren van zijn One Love Troupe, een opvanghuis voor straatkinderen waar John en zijn team de kinderen onderwijst in traditionele muziek en dans. Dit jaar hebben zijn sponsors het eerste stuk land aangekocht voor de One love troupe, het land dat we vandaag bezoeken en waar we de eerste paar honderd stenen zien liggen voor de bouw van het kinderhuis. Het is een supermooie natuurlijke omgeving waar de sweet potatoes weldadig groeien en waar dus ook het eten voor de kinderen vrijwel vanzelf tot oogsten leidt. Er is nog een wens voor John om ook de achterliggende plot aan te kopen, waar 3500 euro voor nodig is voor aankoop en registratie, zodat ook na de bouw van het kinderhuis de voorziening van voeding kan plaatsvinden en de kinderen hun oefeningen in dans kunnen voortzetten. Komt tijd komt raad, ook dit is tot nu toe allemaal al tot stand gekomen.

Gert met een student uit hun project

Na een hete rit terug hebben we nog anderhalf uur die we doorbrengen in Bwaise. De kinderen hebben een dans voorbereid en terwijl wij ons vleien in de schaduw van het meisjeshuis voeren de 12 kinderen een opzwepende dans op die ervoor zorgt dat de hele wijk uitloopt en de middag een onderbreking is van de dagelijks sleur in deze buurt. Wat een passie en overgave. Ik ben benieuwd wanneer we de One Love Troupe een keer meenemen naar Nederland. In al deze gebeurtenissen en verhalen zien we Erik-Jan zich bewegen alsof hij hier al jaren komt.

Ik ben trots op hem, zijn rust en meebewegen. De eerste woorden en begroetingen in Luganda, de plaatselijke taal, komen al redelijk zijn mond uit en in het voorbijgaan wordt hij door menige Oegandees begroet alsof hij hier woont. Nadat we beloofd hebben om iedere reis ook voor dit project een koffer kleding mee te nemen (nadat we hen verrast hebben met de eerste koffer – voor ieder wel iets) crossen we de Northern Bypass weer op, terug naar het zuiden.

Om half 2 zijn we in het ziekenhuis. Nederlandse stiptheid. Er is nog niemand te zien. Alleen de askari, de bewaker bij het infopunt herkent ons en is blij ons te zien. Ik ga op zoek naar een soda (een flesje frisdrank) bij een van de kleine kioskjes op de Hospital Alley en als ik terug kom heeft Jolanda in ieder geval een patientenkaart en een receipt voor de 12,50€ consult. De klok tikt door. De patienten stromen binnen. Kwart over 2 – 10 man, half 3 - 20 man, kwart voor 3 – geen activiteit. Om drie uur stipt zien we iemand die de autoriteit van een dokter uitstraalt. Er zitten inmiddels ongeveer dertig patienten in de wachtruimte. Hadden we nu maar gewoon onze tijd genomen. Als de dokter – want het blijkt het te zijn – naar mij loenst en wenkt (een Oegandees brengt in veel gevallen niet meer naar buiten dan de basis keelklanken Mmm Uhmm Uhh of MmmM waarbij je je maar moet afvragen of hij Ja, Nee of misschien bedoelt), veer ik op van de bank, sleur ik Jolanda mee naar de spreekruimte en worden we weer net zo hard teruggestuurd als blijkt dat hij naar onze buren lonkte, een knul met een rontgenfoto in zijn handen waartegen hij zonder veel uitleg vertelt dat de staalsplinter zich bevindt tussen zijn oog en zijn hersens en vervolgens in niet te missen bewoordingen zegt dat hij niet moet huilen omdat het allemaal wel meevalt.

Dit was dus blijkbaar een spoedje en na nog een handgebaar met het alom bekende EuhMmhm blijken we dan toch aan de beurt te zijn. Het watje. Het watje laat zich gemakkelijk verwijderen. Te gemakkelijk eigenlijk. Wat zou het fijn geweest zijn om twee ziekenhuisbezoeken af te leggen en daarmee een dag verloren te hebben voor iets dat zich vrijwel niet liet kennen, bijna operabel niet verwijderbaar zou zijn; maar goed ik dramatiseer, gelukkig staan we na 2 minuten weer buiten – ook tot teleurstelling van Moses, die vandaag met ons optrok en zich wel 10 keer uit het ziekenhuis heeft begeven om nog een telefoongesprek te voeren. Wat zou het leven zijn zonder telefoon, dan zou er wellicht ruimte zijn voor een gesprek ?

Gert met een student uit hun project

Oeganda is telefoonverslaafd. Hier is het telefoongesprek heilig. Waar je ook bent of wat je ook aan het doen bent, zodra de ringtone gaat is een gesprek onderbroken en wordt in geuren en kleuren een gesprek met een virtuele gast gevoerd. Op de terugweg in de auto met drie man achterin zit de een een telefoongesprek te voeren, terwijl de tweede iemand aan het bellen is en de derde tussendoor keihard een Youtube filmpje opzet. Dat moet gezegd worden van Oegandezen, ze storen zich niet aan anderen – maar ga je ook niet aan hen storen want dan heb je geen leven meer.

Op woensdag bezoeken we onze vrienden Ronald en Rachel. Ook hen kennen we al jaren. En voorgangersechtpaar uit Seeta, Mukono. Met Ronald zijn we in 2012 op conferentie geweest naar de Buvuma eilanden en sindsdien hebben we vele plannen voor ontwikkeling besproken en uitgevoerd. Ronald en Rachel hebben inmiddels 2 kerken gestart en voor zijn ondersteuning brengen we ieder jaar een koffer vol met kleding of schoenen mee. De eerste jaren om hem in zijn schoenenhandeltje te helpen, tegenwoordig om zijn kinderen en de kinderen uit de kerk te kleden. Effe vrienden zijn en genieten van hun aanwezigheid. En passant bespreken we een nieuw plan van ons om Ronald te helpen. Ronald heeft grond in de geboortestreek van zijn ouders en geen geld om hier iets mee te doen. Dit horen we veel in Oeganda, er is veel grond en niemand heeft de middelen tot ontwikkeling. Daartoe hebben we een lange termijn visie ontwikkeld om grond voor de stichting te kopen en dit soort mensen op te leiden om hun land te cultiveren en samen met de Nederlandse overheid te investeren in landbouw benodigdheden. We zeggen Ronald toe dat we samen met hem onderzoeken of we bomen kunnen planten op zijn land om over een paar jaar geld op te leveren voor de studie van zijn kinderen. Het loopt uit want het bezoek aan Oegandezen kan niet worden afgerond zonder lokale maaltijd dus om half drie, met nog een “vette bek” van de vis, irish potatoes en rijst, moeten we weg naar het volgende project.

Vanmiddag hebben we afgesproken met Gert en Jill. Kinderhulp Afrika in Namugongo. Ook bekend terrein waar we in 2013 maanden hebben gewoond. Gert en Jill zijn lieverds. Een heerlijk stel. Gave vrienden met 30 jaar Oeganda ervaring. Trots nemen ze ons mee over het terrein van hun MSVS primary school en secondary school. We leren van hen hoe ze in 30 jaar tijd een basisschool, een voortgezet onderwijs en een ambachtsschool hebben opgezet met een volledig Oegandees bestuur. Een groot deel van hun project wordt door Oegandezen bekostigd en een deel nog door hun Nederlandse steun via Kinderhulp Afrika, waar op dit moment het baby huis Nafasi onder valt.

We zijn onder de indruk. 20 Acres land met een enorme hoeveelheid gebouwen, 900 kinderen, 100 man staff, eigen sportvelden en een status in Oeganda waar je u tegen zegt. Ik ben blij toe dat we hen hebben leren kennen om henzelf en net zo blij ben ik dat wij dit project niet hebben. Ieder zijn deel en Gert doet er behoorlijk luchtig over ‘Ach, je groeit er in mee he” Petje af! Na een gezamelijke maaltijd, een hollands bakkie en een laatste groet verdwijnen Gert en Jill naar hun kerkgebouw waar S4 de dienst heeft voorbereid en vlijen wij ons weer in de schier oneindige stroom koplampen die het zwart van de aankomende nacht doorklieven.

Gert met een student uit hun project

Inmiddels is het donderdag. De laatste dag van de eerste week. Een bijzonder moment want we hebben een afspraak met Kevin, General Manager van Agromax. Zodra de registratie van Stichting Bulamu rond is starten we de inschrijving en fondsenwerving voor de aankoop van grond en als dat rond is gaan we deze beplanten met koffie en bomen, in aanloop van de bouw van ons community center. De Stichting zal een ontmoetingsplaats bouwen waar kerken en betrokkenen gebruik van kunnen maken en waar boeren elkaar en ons kunnen ontmoeten om gezamenlijk hun grond te cultiveren en meer te doen met de opbrengst van hun land.

Agromax levert daarvoor de benodigdheden en heeft een nursery voor bomen, koffie en daarnaast alle mogelijke irrigatiesystemen dus samen met Erik Jan en John bezoeken we Kevin. Het heeft knetterhard geregend maar zodra we in Luteete zijn straalt de zon op mijn inmiddels verkleurde huid en wandelen we heerlijk langs alle jonge gewassen. Leuk om te zien dat de zeshonderd bomen die we willen laten planten door Ronald, onze vriend en pastor waar we gisteren zijn geweest, door Agromax geleverd kunnen worden en dat we daar uiteindelijk maar iets van 200 euro voor kwijt zijn.

Na afloop besluiten we John een paar nieuwe shortcuts te leren en schieten we bij Matuga binnendoor naar Wakiso. Op deze weg ligt ook de afslag naar Ireens moeder, wat ons doet besluiten om even langs te gaan. Hier op het platteland chartert Erik Jan de familie van Irene om een Pawpaw (Popo) uit de boom te halen. De oranje zoete vrucht is een onbekende voor ons in Nederland en niet lang houdbaar, dat hoef je tegen Erik Jan niet te zeggen want binnen no-time heeft hij hem helemaal op en krijgt hij nog een nieuwe mee voor vanavond.

Tijd om de jongens even iets anders van Oeganda te laten zien en onder het rythmisch getik van dikke regendruppels nemen we hen mee naar Kavuma Resort waar een klein dierentuintje is waar we een rondgang van een uurtje krijgen langs slangen die je binnen een uur doden tot slangen die je binnen 10 minuten doden, 2 krokodillen en een schijnbaar veilig Hollands uitziend konijn. Het is genoeg voor deze week. We zetten Erik Jan en John af en rijden samen door naar Kira Road – Java’s – ons favoriete restaurant. Veel, goed en relaxed sluiten we af – met friet, ijs en koffie. Echte koffie – Week 2 start morgen Tulabagane (Tot ziens)

Gert met een student uit hun project

9 Oktober 2018 - Dirty

Mijn edele delen voelen zacht als baby billetjes, verschrompeld alsof ik een uur of drie in een warm bad heb gezeten. Edele delen – waar komt dat eigenlijk vandaan? Als ik in de spiegel kijk, dat gaat tegenwoordig beter dan omlaag kijken, dan zie ik iets waarvoor ik de titel Edel niet zo snel zou verzinnen – maar afijn, ik dwaal af.

De ramen van de auto zijn licht beslagen, de zittingen ademen vocht uit, we hebben de auto laten wassen. Zaterdag reden we naar Matuga, naar het kinderhuis Beth Elisha. Daar aangekomen ontdekten we een bouwput waarin de glimmende gespierde lijven van een tiental Oegandezen bezig was met het verplaatsen van cement, zand en stenen. Het ooit zo gerieflijk landelijk gelegen kinderhuis is omringd met skeletten van nieuwe woningen. Oeganda breidt uit – en snel ook.

Terug van een warm welkom ontdek ik dat de motorkap anders is dan toen we de auto hier plaatsten. In dreigend dunne zwarte krassen is de term Dirty door het stof op de motorkap geplaatst. Beatrice en Simon lachen erom, ik kan wel janken. Een gehuurde auto! De omstanders vinden het een grappige kinderstreek maar als ik met mijn vingers en een toefje spuug probeer om de zwarte krassen weg te halen – balpen is de conclusie – merk ik dat er heel wat wax en polijstwerk nodig is om dit weer op te lossen voordat we weggaan, maar goed, de banden zitten er in ieder geval nog op. Dirty, iets waar een Oegandees niet tegen kan en iets dat hier niet te voorkomen is. Gisteren uit de kerk en voordat we met enkele sponsorkinderen een middag in Hakuna Matata zouden bezoeken, besluiten we dat we de auto moeten laten wassen. Kijken wat er van de krassen overblijft en schoon zijn voordat we naar het oosten vertrekken. 

We rijden naar de Lugogo mall. Eén van de drie Malls, winkeltra, die Kampala rijk was in onze beginjaren, inmiddels al afgekalfd maar nog steeds goed om geld te halen, de KFC te bezoeken of een goede kop koffie te drinken, hoewel ons favoriete African Coffee huis alweer 2 jaar gesloten is. Bij de Lugogo mall is een wasserette. De beste investering in Oeganda, waar het rode stof dagelijks een spel speelt met de omgeving. Schrobben, wind, stof, in een eindeloos ritueel. Voor 20.000 – best een hoog bedrag in dit land (5€) zetten we de auto neer voor een binnen en buiten cleaning die een uur in beslag zal nemen en na exact een uur vinden we de auto ingebouwd achteraan de open ruimte, waar een dame een vieze lap voor de derde keer over de zijkant aait, volgens mij net zo veel oranje achterlatend als verwijderend. Dirty, zowel de krassen zijn nog zichtbaar, wel een stuk lichter dan voorheen, als het dak van de auto, want daar kan ze blijkbaar niet bij.

Als ik de kofferbak open doe voel ik aan mijn wandelschoenen dat ze zeiknat zijn. Ik lach naar Jolanda en zeg – “Wat fijn dat ze deze ook gelijk gewassen hebben” – dan voel ik de bekleding van de achterbak, haar schoenen, de achterbank, de voorstoelen – alsof de auto gedoopt is in volledige ondergang – klets en dan ook kletsnat. Alsof emmers water van links naar rechts door de auto heen gegooid zijn. Hier komen we nooit meer terug – zeg ik tegen de verbouwereerde eigenaresse, wijzend op de stoelen en op het nog vuile dak. Schuchter zegt ze sorry, schreeuwt tegen de boenvrouw die achter mijn rug om op de deurstijl gaat staan en het dak nog even onder handen neemt. We halen de plastic zakjes van de boodschappen af als troost om op te zitten. Canvas – gewoven plastic. Als we thuis komen zijn we doorweekt en nu, een dag later, na 5 uur rijden naar Tororo, lijkt het of we in onze natte zwemkleding gereisd hebben – maar het droogt al op...

Gert met een student uit hun project

9 Oktober 2018 - Independance day

De hoogte voelt relatief comfortabel aan. We zitten prinsheerlijk voor onze banda in Mount Elgon, Mbara region. Sipi falls. Het water van één van de vele watervallen klettert al ruisend naast ons van een “dangerous cliff” af. Een tuinman is onverstrooid bezig aan de verkeerde kant van het hek, honderd meter rest hem van de poel waar het water zich in verzamelt. Ik heb het niet zo op hoogte en ik moet er even aan wennen. Het gaat wel snel dit keer. Het is een rustgevende omgeving. Oost Oeganda. Bij aankomst hebben we direct doorgeboekt. Typisch Oeganda overigens, waar ik normaal vaak gebruik maak van boeking bij aankomst heb ik hier vooraf via Jumia geboekt.

Bij aankomst vragen we of de geboekte kamer goed voor ons is en als antwoord krijgen we een ruimte te zien waarin een tweepersoonsbed past en verder niets. We vragen om de banda te laten zien en deze ruimte met 2 bedden, wel een douche en badkamer in plaats van alles buiten, met een zitje binnen en buiten is uiteraard veel beter en we nemen hem dan ook direct in, met het eerste Oegandese All-In concept dat ik hier tegenkom, inclusief ontbijt, lunch en diner, benieuwd wat dat gaat brengen. Op ons terras genieten we enorm van het zicht over Karamoja, de meren, de volgeltjes en de verandering van weer.

We kwamen hier met regen, hebben net de zon op onze huid voelen branden en horen nu het onweer boven ons terwijl op de laagvlakten een donkerbruine zandstorm zichtbaar is. Ook dit is Oeganda. De armoede is waar, de drukte in Kampala is waar, de nood is waar, maar deze omgeving is de waarheid in Oeganda, de parel van Afrika.

Gisteren zijn we verhuisd van Nansena naar Tororo, verhuisd is een groot woord, we hebben onze spullen in Nansena achtergelaten en op ons gemakkie hebben we de reis naar het Oosten gemaakt. In Jinja een bakkie koffie met een croissant bij Java House en daarna het landschap zien veranderen van stads naar dorps, met dorpjes met lemen hutjes, katoen en rijstvelden. Direct weer meer ideeen om zelf proefakkertjes te beplanten. Het wordt nog druk op ons land, naast Karitu’s – Eukalyptusbomen, Morengue en Koffie volgen nu ook proefveldjes met Katoen en cashew noten. Lekker.

Gert met een student uit hun project
Project Heart4Children Cor Koelewijn

In Tororo overnachten we in de Green Meadows waar we onthaald worden door berberaapjes. Vanmorgen naar Heart4children – het project van Grace en Cor Koelewijn, op aanraden van Hart voor Kinderen maken we kennis met hun project, gestart in 2009 en nu al uitgegroeid tot een volledige school van P1 tot en met S4. En nu is het vakantie. Deze drie dagen koppelen we even los van de Stichting. Geen projecten, geen plannen, gewoon in de rust en weer even delen met Nederland hoe het ons vergaat.

En toch ontstaan juist hier weer nieuwe ideeen. Een locatie voor onze sponsorreizen in de toekomst, want hier nemen we ze echt mee naar toe. Morgen nog een dag op 2000 meter hoogte, dan een daagje Mbale en dan begint de laatste week, die eigenlijk al weer vol zit. Overleg met John Ntabaazi over de toekomst van de One Love Troupe, overleg met Isaiah over de voortgang van Help the Future Organisation, nog een etentje met Irene en Moses, een etentje met John Aita en Stella, NGO overleg met Happy John, uitgenodigd door Marie en Philip Egesa voor een 1:1 bij hun thuis, een dag met Ronald land kijken, nog een dag met de sponsorkinderen en als er nog tijd over is met Namiro naar de oogarts en dan staan ook nog de niet geplande items open... Snel weer terug als dat kan.

16 Oktober 2018 - Mzungu WhatsUp?!

Saved by Grace

Mzungu Whatsap klinkt het uit diverse kelen terwijl ik stilsta. We komen net terug uit Namugongo en hebben heel de Northern Bypass gehad. Na Nansena slaan we de stikdrukke bocht om, waar al het verkeer uit West Kampala, het verkeer uit het westen richting Nansena en al het verkeer van de Kampala – Entebbe Expressway zich verzamelt om zich tweebaans een weg te banen in een chaotische mierenhoop. Na net de bocht geslecht te hebben wordt het dashboard net zo zwart als de ontluikende nacht om de auto heen. Een groot deel van de auto’s draagt nog geen licht, evenals de krioelende brommers, het enige waarvan nog een beetje gloed afkomt is mijn bleke gelaat. In een achteraf ongelooflijke rust zeg ik tegen Jolanda: : He, het dashboard wordt zwart, waarop zij net zo rustig antwoordt – We weten gelukkig waar het aan ligt.

Ik wring met door een half open portier, knal de motorkap open en wring even aan de accudraden. Om me heen klinken de kreten en toeters en wriemelt het verkeer zich verder. Jolanda klopt op het raam, in de auto branden alle lampjes. Ik schiet naar binnen, gooi het accudeksel op haar schoot en we zijn weer op weg. Ongeschonden. Weer gelukt om heelhuids thuis te komen. Altijd weer een wonder.

Het is dinsdag. Volgende week dinsdag zijn we weer thuis maar vandaag maken we er weer een mooie dag van. We gaan naar PRIUG. Een Oegandees initiatief voor permacultuur.

Weet je niet wat dat is? Ik wist het ook niet totdat we de film Back to Eden hebben gekeken en toen ik die film zag dacht ik bij mezelf: OK, dus gewoon hoe Oegandezen het altijd doen. Je kwakt wat zaad in de grond, mengt bonen met aardappels en Mango, tussendoor nog wat bananen en je krijgt een ongeorganiseerde moestuin waar mijn opa zich twee keer voor in zijn graf zou omdraaien en waar je met een modern woord de term Permacultuur aan hangt.

Daar hoeven we niet voor Oeganda want hier doen ze dat al jaren. Vandaag leer ik dat het deels ook zo is – maar dan toch ff anders. Er zit een plan achter. Nu ik het gezien heb vraag ik me dan weer af of we met al onze vooruitgang in Nederland dit wellicht vergeten zijn.

Het is mooi, leerzaam en dit wil ik ook. Permacultuur.

Gert met een student uit hun project
Village girl

We ontmoeten Mr Bakka Edward, CEO van PRIUG, op Masaka road; anderhalf uur rijden vanaf ons hotel. Izaak, Erik-Jan en John Ntaabazi zitten achterin de auto en het is net een gezellig schoolreisje. In zijn afgejakkerde Toyota Corolla schiet Mr Bakka voor ons uit de binnenlanden van Mitiala Maria in, waar ik hem met enige moeite kan volgen en blij ben dat de grond inmiddels opgedroogd is. Het is hier schitterend en na een kilometer of vier inland vinden we de bordjes met PRIUG naast velden met koffie en de meest uiteenlopende bomen. Een rondgang over 80 acers land doe je niet even – we worden meegenomen naar visvijvers, tussen de koeien en schattige inheemse schapen door, door het moeras, naar de biogasinstallatie en overal waar we staan moeten we op onze voeten letten of we niet in een stroom killer ants staan – grote rode mieren bewaken hier op zeer veel plaatsen de wegennetten die van akker naar akker getrokken zijn. Deze jongens (of meiden) kunnen erbarmelijk bijten en gelukkig lukt het ons om buiten hun kaken te blijven. Met de sokken om de broekspijpen lopen we als een stel groentjes door het landschap waarover gelukkig geen zon schijnt maar de temperatuur wel boven de dertig graden loopt. Het zweet zwalkt van m’n lijf af en iedere keer weer is er een ander paadje naar een ander stukje land met weer andere soorten akkerbouw of veeteelt. Ik moet echt iets aan mijn conditie gaan doen. De jongens vermaken zich met verse Guave en ander fruit, vermoeidheid schijnt hen niet te deren en ook de directeur niet die ons aan het eind van de rondleiding, begeleid door diverse studenten van het Sky Project (gesubsidieerde training door de Nederlandse overheid), vraagt of we nog energie over hebben om een permacultuur koffieplantage te bezoeken aan het andere eind van het land. 

Gelukkig doen we dit met de auto – hoewel – ik probeer hem bij te houden – Mr.RawPusher – ik ontvang leidzaam het terechte commentaar van Jolanda, als regelrechte rouwdouwer pers ik de auto net als onze voorganger door het steeds smaller wordende pad door het landschap. Zie het voor je alsof je in een willekeurig bos rijdt, maar dan niet over het zandpad, dat we al even hebben verlaten, maar tussen de bomen door. De stammen staan net 2 meter uit elkaar en met een 1.95 brede auto gaat dat net totdat we aan twee kanten overstekende gewassen tegenkomen waar de Corrolla zich zonder slag of stoot doorheen gewrongen heeft. Ik hoor de takken tegen de zijkant schrapen en waar ik al zeer ontevreden was over het DIRTY op de motorkap, moet de zijkant er nu ook aan geloven – maar terug kunnen we ook niet. Dit is niet gedramatiseerd – hier geeft men niet om alles dat voor ons waarde heeft. Een auto heb je om je mee te verplaatsen, als er schrappen op zitten is hij goed gebruikt en als het te gek wordt dan verf je m gewoon over. Relativeren Rene en gewoon doorgaan. Hier haal je in ieder geval alles uit een 4-wheel drive en menigeen legt in Nederland een hoop geld neer om deze ervaring mee te mogen maken. Het ritje levert voor mij niet zo veel extra’s op. Opnieuw koffie waarbij ik zelf veel meer zou planten, heel veel bonen en wel een mooi verhaal over de white ants (vliegende mieren) die hier exact drie uur ’s nachts, over enkele weken op een bepaalde dag uit de termietenheuvels te voorschijn komen en dan gevangen worden bij het licht van een klein vuurtje en dienen als smakelijke hap voor diegenen die ze gevangen hebben. Brrr...net zo grappig als de felgekleurde spin die we hier vinden, haar kleuren vuriger nog dan het gif dat waarschijnlijk in haar slagtanden huist, de slangen die hier in veelvoud voor moeten komen en het vlot, gebouwd door Amerikanen die graag in de wildernis willen kamperen. Echt, ik ben hier te oud voor geworden – maar hoe gaaf is het om straks daadwerkelijk zo’n stuk grond te bezitten.

Gert met een student uit hun project

Terug bij het trainingscentrum, waar uitgelegd wordt hoe sustainable dit bedrijf werkt (duurzaamheid is in Oeganda beter ingeburgerd dan in het Nederlandse bedrijfsleven), waar we de biogasinstallatie bekijken en horen hoe hier een oeroude bron beschermd wordt, evenals de oorspronkelijke Oegandese bomen, aanschouwen we een prachtig staaltje van echte permacultuur. Een boom vol met besjes, die vlinders aantrekt, die vervolgens de omgeving bestuiven en haar eieren in deze boom legt, waarbij de rupsen deze boom kaalvreten en waarbij vervolgens ingestrengelde lianen en andere planten weer profijt hebben van deze gastheer en zelfs de knollen en wortels van deze boom weer iets doen met de cashewnoten en de tabaksplanten, die de slangen op een afstand houden...het duizelt mij, wat gaaf dat we mensen hebben ontmoet die dit in de praktijk gaan brengen. Mooi dat wij dit mogen gaan organiseren.

Als we Erik Jan en Izaak afzetten in Namugongo, de regio waar we een aantal maanden gewoond hebben, zet ik Jolanda af bij Maries, een ons bekend restaurant, waarna ik de auto aflever bij de naastgeleven all-in-one wasstraat. Bobs carwash maar dan met de hand. Na 3 uur ! ! poetsen en schrobben is alles wat aan de auto zit gewassen en opgepoetst, inclusief de motor. De krassen zijn weg en daar zijn we heel blij mee. Bijna thuis valt de motor uit. Dit hebben we gelukkig nog niet meegemaakt en het gebeurt op een heel ongelukkig moment. We weten wel hoe het komt. Toen we uit de bergen bij Sipi falls kwamen en in Mbale overnacht hadden gaf de auto nog net toe dat we m een meter verplaatsten om iets uit de kofferbak te halen, toen we een uur later weg wilden rijden deed het hele dashboard en de deurvergrendeling het niet meer. De startmotor deed het prima dus met al mijn analytische kennis lag het voor mij niet aan de accu; al deze kennis werd teniet gedaan door iemand van het hotel die even morrelde aan de accukabels (die op de klemmen gewoon los zaten), instapte en startte. Hmmm... Gelukkig opgelost en de dagen daarna merken we nog 2 keer dat er toch een draadbreuk of iets dergelijks is die ervoor zorgt dat af en toe de spanning weg valt en zeker nu de motor mee is gewassen hebben we hier last van. Morgen maar ff kijken of we hier nog iets mee gaan doen of de komende dagen uitzingen. Dit is Oeganda – je leert ermee leven en ik ben blij dat ik een stoere en rechtvaardige vrouw naast me heb, samen kunnen we alles aan.

Gert met een student uit hun project

Stichting Bulamu Oeganda reis april - mei 2019

Ongewenst Kind - reisblog 2 - 10 April 2019

Bij Beatrice horen we opnieuw het verhaal van één van de kinderen die via ons wordt gesponsord. De gevoelige lezer kan dit beter overslaan, het is wel de realiteit van enkele projecten waar we mee te maken hebben. Vanmorgen heb ik me even bemoeid tegen een facebookbericht over de Nederlandse regering die weeshuistoerisme moet verbieden – waarbij we ook zeker gezien hebben dat misbruik plaatsvindt, maar ook het komende verhaal is waarheid.

Haar leven is hard. Hard en vergelijkbaar met dat van andere vrouwen in haar omgeving.. De zelfkant van de maatschappij waarin ze niets anders te bieden heeft dan haar lichaam. Absolute overleving. Leven in een omgeving waarin mannen gebruik maken van haar diensten, veel mannen, met als gevolg dat ze zwanger wordt en een kindje baart.   
 
 
9 Maanden later wordt een ongewenst meisje geboren in zorgen. Geboren uit de schoot van een moeder die niet in staat is om het hoofd boven water te houden. Ze wijst een man aan als meest waarschijnlijke biologische vader. Hij accepteert het niet. Neemt niet zijn verantwoordelijkheid, voor zover die verantwoordelijkheid al bij hem ligt. Hij wijst het vaderschap af met de mededeling “je hebt zoveel mannen, waarom zou het van mij zijn” en de moeder verblijft in haar armoedig bestaan


Wij kennen de community niet, we kennen het verhaal wel. Het is niet een typisch Oegandees verhaal, het is een verhaal van armoede en realiteit. De gevolgen zijn schrijnend en worden pas na jaren verteld.  
De moeder verdraagt het meisje 2 weken. Opeens wordt de buurt opgeschrikt door het huilen van het meisje. Het moet uitzonderlijk zijn geweest want, hoe dun de houten schotjes van de huisjes ook zijn, geslagen en huilende kinderen zijn geen nieuws in Oeganda. De buurvrouw neemt poolshoogte en de moeder van het meisje vertelt dat er niets aan de hand is, maar een half uur later, als het geschreeuw een niveau bereikt dat alarmbellen doet rinkelen in de buurt, stormen de buren het huisje van de moeder binnen en redden de baby van een gewisse vroegtijdige dood.   
Uit de gesprekken die later plaatsvinden, blijkt dat de moeder de beide bovenarmen van het meisje gebroken heeft, we zouden zeggen “met voorbedachte rade”, om een half uur later een kan met kokende melk over haar heen te gieten. “Met voorbedachte rade” ligt ook in de gruwelijke uitleg van Beatrice, haar voogd, die haar handen ophoudt en nog eens visueel maakt dat je met gebroken bovenarmen niet naar je hoofd kunt grijpen ....  
 
Het verhaal krijgt een gevolg, maar niet bij de moeder, die geen toekomst zag voor haar kindje en haar liever van het onzekere leven wilde beroven, met als resultaat een aantal grote littekens aan de buitenkant en misschien nog wel grotere littekens in de binnenkant.  
De oma duikt op in het verhaal. Jjaja. Niet de moeder van de moeder, maar de moeder van de vermeende vader. Zij zet haar empathie voor het kleine meisje om in zorg en neemt haar in huis en verzorgt haar als haar kleinkind. Drie jaar gaat voorbij totdat het verhaal verandert in een Afrikaanse “Assepoester”. De vermeende vader komt in het huis van zijn moeder en ziet het meisje. Hij vraagt zijn moeder wie dit kind is en zijn moeder vertelt hem haar verhaal. Het zint hem niet, hij verlaat het huis en komt terug met een Panga (Machette) en dreigt zijn moeder om haar iets aan te doen als ze nog verder de zorg voor dit kind op zich neemt. “Als je een kind in huis haalt als mijn dochter, dan bepaal ik of het mijn dochter is of niet!” De moeder kiest eieren voor haar geld “in plaats dat mijn zoon mij vermoordt heb ik besloten te doen wat hij zij.  
Het meisje gaat het volgende dal in haar leven in. Ze wordt totaal genegeerd. Haar leven keert zich, net als dat van haar moeder, in een overlevingsstand. Ze leeft achtergelaten in het huis en eet uit het vuilnis.   



In die dagen wordt ze gevonden door Deborah, een vrouw die kinderen aanbrengt in een weeshuis van pastor Joshua. Pr. Joshua heeft een kinderdorp, waar Deborah onderwijzeres is. Deborah geeft het meisje af en toe iets te eten en uiteindelijk komt ze terecht bij Beatrice, die op dat moment de leiding heeft over 44 meisjes in een meidenhuis. Na overleg met de directie wordt het meisje niet toegelaten; te zwak en te weinig mogelijkheden om te overleven. Gelukkig zet Beatrice door en zo vinden we haar in november 2011. Ze wordt 1 Van de 9 kinderen van Beth Elisha onder leiding van Auntie Beatrice. We vinden een sponsor voor haar en verhuizen de kinderen naar het nabijgelegen dorp, sturen ze naar school en vorig jaar heeft ze een “first grade” gehaald bij haar afscheid van de basisschool.  


“Soms is ze afwezig, dan zit ze op het stoepje voor het huis voor zich uit te kijken” zegt Beatrice. “Dan vraag ik wat er is – en dan snikt ze en antwoordt ze: “mijn moeder wil me niet, een vader heb ik niet en ook mijn oma heeft me verstoten”. “Of haar moeder nog leeft weet ik niet, ik weet wel dat zij alles nog weet” Beatrice heeft haar verteld nu haar moeder te zijn;  – ze wil nooit meer terug.

De Nederlandse overheid is volop in de discussie dat weeshuistoerisme verboden moet worden. Dit meisje noemen we hier ook een wees, hoewel haar moeder waarschijnlijk nog leeft. Dit meisje zou volgens bureaucratische richtlijnen terug moeten naar haar familie, die haar nooit heeft willen helpen. Dit meisje valt in veel opzichten onder de millennium doelstellingen en de duurzaamheids programma’s van de verenigde naties, die ook door de Nederlandse overheid ondersteund zijn. Laten we doen wat we het beste kunnen doen voor schreinende gevallen zoals deze en gewoon ons hart laten spreken. Hier helpt maar één ding en dat is liefde. 


16 Oktober 2018 - Internal and foreign affairs

The end is near

Ontbijt op bed. Vandaag overzien we de afgelopen weken. Het zit er bijna al weer op. Het is donderdag en drie weken geleden stapten we het vliegtuig in. Jammer en voldaan blikken we terug op drie weken die enververend verliepen en toch zo gewoon voelden.

In de afgelopen weken heb ik jullie al meegenomen in een deel van onze belevenissen. Dit keer stond de reis niet specifiek in het teken van evangelisatie en conferenties, maar in het teken van de registratie en de toekomst. Desalniettemin hadden we natuurlijk ook nu weer koffers vol met kleiding en andere giften bij ons.

Gisteren hadden we een ontmoeting met pastor Ronald Rugasira. Ronald en zijn vrouw Rachel ondersteunen we al enkele jaren in hun pastoraat. Voor Jolanda was dit de laatste opruimactie in ons appartement, de laatste spullen uit de koffers (die nu leeg zijn om weer mee naar Nederland te nemen), haar handtas vol met gebruiksartikelen voor Rachel en een plan voor hun toekomst. Zo'n afspraak verloopt nooit zonder geld. Het werken als Stichting met alle bijbehorende verantwoordelijkheden is ook altijd een afweging tussen wijsheid en geest, intuitie en zelfredzaamheid. We hebben een plan bedacht om het gezin van Ronald te ondersteunen in de toekomst.

Met vier kinderen die nu en in de toekomst naar school moeten, waarbij de overheid geen mogelijkheden biedt, als pastor met twee kerken rondkomen zonder baan is voor ons slecht te bevatten en in Oeganda strijk en zet ... maar Ronald heeft land en land betekent een potentiele bron van inkomsten. Ik benoem met opzet de term potentieel aangezien al onze gesprekken dezelfde conclusie dragen - Een Oegandees overziet de lange termijn niet EN als er al geen geld is voor vandaag, hoe investeer je dan geld in de toekomst. Het is schrijnend om te ervaren en zeker als je een rekensommetje gaat maken. Toch is er veel ervaring nodig om het totaalplaatje te schetsen. Ik heb al zo vaak met Ronald aan tafel gezeten om zijn ideeen door te rekenen. Mr Rene, als ik 100 euro heb dan kan ik een veld vol met mais planten....OK, Ronald en wat levert dat dan op? 200 Euro Mr Rene. Een idee met een staartje want ... als we dan door gaan rekenen dan vraag ik hem waar het land ligt, hoeveel arbeid er geleverd moet worden, hoeveel transport nodig is en alle andere randvoorwaarden. Jaar na jaar begint Ronald het beter te begrijpen en vandaag zitten we opnieuw bij elkaar voor een echt lange termijn bespreking. Als we nou eens bomen gaan planten op jullie familiegrond....Ja zegt Ronald, ik kan er 2200 kwijt - op 4 acre (ca 2 hectare) - dat kost dan 600 euro. Ronald heeft stappen gemaakt. De aanschaf van 2200 jonge boompjes kost nog geen 100 euro maar de rest van de kosten moeten we doornemen. Hij heeft al rekening gehouden met het ontginnen van het land maar geen rekening met de kosten voor de komende jaren, het land schoon houden, er naar toe reizen en zeker geen rekening gehouden met de eerste twee jaar waarin we in de grond bonen, kool en pinda's kunnen planten. Op die manier halen we de volledige microfinanciering terug in 2 jaar tijd en over 10 jaar, als de kinderen groter zijn - levert het bos de volledige studiekosten van alle 4 op ! Amen - In Januari gaat de spa in de grond, en eerst maar eens met 1 acre beginnen.

Gert met een student uit hun project
Village girl

NGO registratie - vervolg

Registratie in Oeganda, we kunnen niet zonder. Een relatief prijzig proces, zeker voor ons als kleine Stichting en toch is het nodig omdat de overheid steeds meer eisen gaat stellen aan hulpverlening en structuur. We vinden het ook logisch. We netwerken aan alle kanten, zijn continue aan het "werk" en lopen rond op een toeristenvisum. Dat is 9 jaar goed gegaan en zal de komende 9 jaar ook nog wel goed gaan en toch willen we het niet meer. We hebben een van onze sponsorkinderen  aan het werk gezet. Als klant van zijn onlangs opgerichte bedrijf in het afhandelen van papieren en dat heeft geholpen. Met zijn passie voor overheden en administratie heeft hij onze stichting snel door het proces heen geholpen maar vandaag heeft hij ons nodig. Op naar Ntinda road - foreign affairs - waar hij een afspraak heeft gemaakt met de directeur van de NGO board. Daar gaan we weer, we bereiden ons voor op een lange dag wachten in de brandende zon. Ooit waren we hier voor een visum verlenging, voor visa aanvragen, voor werkvergunningen en altijd stond er een rij van honderden mensen die nog door tientallen politieagenten gescand en gescreend moesten worden. Vandaag rust er zegen op. Als we aan komen rijden hebben we direct een parkeerplaats. In de rij hoeven we slechts 2 minuten te wachten. Bij de NGO registratie loopt hij direct door naar binnen en worden we meteen naar binnen geroepen - neem plaats! Het zit zo - ik kan u vertellen dat de registratie van de NGO volledig rond is. Dus dat is het goede nieuws. MAAR het papier voor de certificaten is al op sinds juni, we hebben nieuw papier uit Zuid Afrika ontvangen maar in Entebbe is een fout gemaakt. Nu moeten alle certificaten opnieuw. Degene die ze tekenen mag is op vakantie.  En hoe lang gaat dat dan nog duren? Ik denk ergens in November. Goedendag - goedendag! Binnen vijf minuten rijden we weer terug naar huis. We hebben ons gezicht laten zien, ze wist precies wie we waren dus dit zal effect hebben op de toekomst. Voor nu? gewoon Oegandees in de wachtstand. Tot volgend jaar

Stichting Bulamu Oeganda reis april - mei 2019

Als stichting, werkend vanuit Nederland, is het van belang om in contact te staan met onze projecten. Het is daarbij verstandig om ook regelmatig een kijkje in de keuken te nemen. De situatie te overzien en in gesprek te gaan met de betrokkenen. Als bestuur bezoeken we Oeganda dan ook minimaal één keer per jaar. 30 Jaar geleden is de traditie ontstaan dat René verslag legt van zijn reiservaringen. Een reeele beschrijving van zijn belevenissen en zijn gevoelens hierin. We hebben gemerkt dat deze beschrijving de lezers meeneemt naar oorden en situaties waarin ze zelf niet zo snel terecht komen. De verhalen geven een beeld van wat we doen en wat we ervaren. We nemen jullie ook nu weer mee in de ervaringen als bestuur van de Stichting en als mensen die, op het pad dat God voor hen geplaveid heeft, genieten van de dagen die hen gegeven zijn. Tukabulungy - gezegende reis.

Op iedere reis die we tegenwoordig doen, verblijven we ook even  in Rwanda. Het is nooit onze bedoeling geweest om daar te komen en toch staan we er altijd een uur aan de grond. Tijdens de transfer voor enkele passagiers krijgt het hele vliegtuig een schoonmaakbeurt en maken wij ons op voor de landing over een half uur op Entebbe

Stichting Bulamu denkt aan haar toekomst. De afgelopen 9 jaar zijn we bezig geweest met de inrichting, nu gaan we verder met de visie en missie. Daar horen nieuwe mensen bij, Judith is een oud-gediende die bij de start van de Stichting haar sporen verdiend heeft. Nu , na 8 jaar, is ze weer van de partij en houdt ze zich bezig met de communicatie en met het vernieuwde sponsorprogramma van Makerere West Valley school.

Donaties en sponsoring. Iemand heft ons wel eens gevraagd wat we nu eigenlijk in Oeganda aan het doen zijn, dat is alleen maar uit te leggen door verhalen te schrijven en emoties over te brengen. Deze informatie leidt er vaak toe dat anderen mee willen helpen. De directeur van Vitals Nanny Care danken we hartelijk voor zijn steun vanaf het eerste uur,

Go to top

Stichting Bulamu ©2008-2018 - Site generated by MrKawa - Gopherit

www.veter.shop - mrkawa.com - allesvoorjeschoenen.nl