Stichting Bulamu Oeganda reis april - mei 2019

Just Henry - reisblog 3 - 15 April 2019

Het is een zachte jongen, een lieve, aardige jongen en soms een eigenaardige jongen. Zo’n jongen waarvan je zelfs als man kunt zeggen “wat een lieve jongen”, daarbij vergetend dat hij al zeker dertig jaar is. Eigenaardig en eigenzinning in uiting en toch zo nederig. Een artiest pur-sang zonder het elan van de frivole straatartiesten van het Place Pigalle in de suburbs van Parijs. Geen alpinopet, maar wel een scharlaken rood Louis Vuitton overhemd met gouden knoopjes, onder een knalgroen Starbucks schort. Ik verbaas me er regelmatig over hoe de peperdure merkkleding ofwel de niet van echt te onderscheiden vervalsingen van de duurste merkkleding hun weg vindt naar een tweede leven in donker Afrika. Een tweede leven bij iemand die iedere maand weer het gesprek moet aangaan met zijn landlord omdat hij de huur voor zijn winkeltje nog net niet bij elkaar heeft – en dan praten we over 25 tot 50 euro per maand. Een tweede leven bij iemand die wel de schoonheid ziet van dat wat hij aanheeft maar ook weet dat alles betrekkelijk is en dat een merk niets meer is dan wat iemand er voor over heeft.

Henry kennen we al even. De eerste jaren dat wij in Oeganda waren hebben we hem ontmoet op het kinderdorp, waar hij zelf is opgegroeid. Een kinderdorp waarin hij door support van Nederlanders scholing heeft mogen ontvangen en zelfs een opleiding op de academie voor beeldende kunst. Een kunstenaar met zijn handen, een man met een gebrek aan ondernemersinzicht; te lief voor de verkoop van zijn waren en voor het gescheiden houden van zaken en prive. Gemakkelijk gezegd als de hele familie weet dat jij de enige bent die iets geld verdient en – zoals iedereen in Oeganda – niet verzekerd is tegen ziekte en ongevallen.


Talrijk zijn de keren dat ik met hem heb samengezeten. Stap voor stap ideeen delend, werk van hem kopend om in Nederland voor hem door te verkopen en initiatieven ontplooien om mee verder te gaan. De koelkast in zijn winkel om gekoelde drankjes te verkopen aan mensen die dan en-passent zien wat je als kunst te koop hebt staat er inmiddels (Mr.Rene ik verkoop geen soda’s (flesjes limonade) want de hele buurt bestaat uit automonteurs en zo, dus die kunnen net water of siroop kopen voor 5 cent per zakje – maar het is weer een stapje. De GEOcache ligt er ook en het boekje staat al redelijk vol met touristen die speciaal hiervoor naar zijn winkel zijn gekomen en direct iets aangekocht hebben. De overstap naar lesgeven aan studenten van Makerere University is zijn eigen idee en het samenwerken met zijn zus Eva, die kleding naait zorgen ervoor dat het langzaam beter gaat.

Henry ziet er goed uit. We openen de slagboom naar zijn oprit, ook zo’n initiatief om de grond voor zijn winkel te verhuren als betaalde parkeerplaats en worden welkom geheten door zijn vrouw en zijn dochtertje. Nu een fijn weerzien, vorig jaar een complete verrassing, zoals we deze dagen regelmatig verrast worden door bekende Oegandezen die hun meerjarige kind aan ons laten zien, eerder niet in staat om, door schaamte of wat dan ook. In no time zitten we met een bord rijst met bruine bonen voor ons neus, halen we verhalen op en delen we de laatste weetjes. Leuk om te bedenken dat, als ik dit zo schrijf, dit voor een Nederlander heel anders moet lijken dan dat het is. Je zit op een houten bankje, voor je worden twee borden met een bord erop neergezet. Een pak van Nelle Supra Roodmerk (van een of andere Nederlander) opengeknipt om een schep koffie in kokend water te gooien en tussen je tanden door te filteren, 5 klanten die langskomen en graag even in het Luganda tegen je te vertellen dat je locaal aan het eten bent, Henry en zijn vrouw die je met rust laten tijdens het eten en in geen velden of wegen te zien zijn, de stagiaire van Eva die op een trapnaaimachine een blauw stukje stof in elkaar zit te naaien, met een speldenkussen met tientallen spelden, omringd door het laatste werk van Henry waar we gelijk een mogelijke promotie voor hem in zien en een dochtertje dat om ons heen dartelt omdat we toch wel een beetje eng maar toch ook wel heel gezellig zijn. Dit tafereeltje duurt zeker een half uur en wij genieten, na 10 jaar Oeganda, van deze rust – onderwijl in gedachten bij mijn eerste keer dat ik op hete kolen zat om zo nodig alles tegelijk te bepraten en alle ideeen in 1 keer te spuien. Oeganda is een land van ballonnetjes; gesprekjes; ideetjes en met name een land van Mpola Mpola – Step by Step – “Despasito” en Oh wat geniet ik daar tegenwoordig van. Terwijl mijn ogen bijna dichtvallen bij de laatste hap zetmeel en koolhydraten gaan we weer over in de hulpstand. 



We hebben nieuwe visitekaartjes bij Henry besteld. Al het drukwerk voor de stichting laten we tegenwoordig bij hem doen. Een win-win situatie omdat we hem hierbij niet uit de hulpstand hoeven te halen door te geven, maar hem gewoon zijn dagelijks werk kunnen laten doen en daar voor betalen. Zo zijn we ook met hem begonnen. Er was een tijd dat zijn sponsor hem niet meer hielp en hij nog een laatste semester op school moest betalen, 350 euro, ook een aardig bedrag voor ons. We hebben hem toen een doek laten maken van 3 bij 2 meter. Het heeft jaren bij ons aan de muur gehangen en vandaag had hij het er nog over, dat hij daarna nooit meer zo’n groot werk heeft gemaakt. Visitekaartjes dus, die we vorig bezoek ook door hem hebben laten maken en die we natuurlijk thuis hebben laten liggen – en thuis heb je niets aan kaartjes met een Oegandees telefoonnummer.  Eva laat catalogussen aan Jolanda zien en er gebeurt een wonder, Jolanda bestelt een Oegandese jurk. Banage, Katonda Wange, wat gaaf. Na jaren lang geroepen te hebben dat ze nooit een Oegandese jurk gaat dragen is er dan toch iets gebeurd. Vorig jaar op de bruiloft van Moses en Irene droeg ze nog een gehuurde Gomez (traditionele jurk) tegen haar zin en nu komt er dus de omzwaai naar totale integratie – een paasjurk uit de shop van Henry. Ik ben benieuwd en voel me nu al verliefd <3.  

Terwijl Eva bij Jolanda de maten staat op te meten bespreek ik met Henry de mogelijkheden van Shutterstock. Hij valt bijna van zijn kruk als hij hoort dat je een paar duizend shilling kunt verdienen met de verkoop van je eigen foto’s. Ik denk dat de tijd er rijp voor is. Henry heeft een goede camera, een laptop, een opleiding in alle Adobe programmatuur en het inzicht van een kunstenaar. Werk aan de winkel dus om samen met hem een account op te zetten en hem de noodzakelijke push te geven. We zien ook nog een zakelijke oplossing voor een kleine injectie als hij de gedrukte kaarten laat zien. Kijk Mr. René, als jij een foto aanlevert dan maak ik er art van op de voorkant van een kaartje, dan kun je de gegevens van Stikting Bulamu (zoals Oegandezen het altijd uitspreken) achterop zetten en ze verkopen of opsturen. 2000 Shilling per stuk (0,50€) Henry wat denk je ervan als ik eens reclame voor je maak en deze kaartjes met jouw kunst verkoop – Good idea Mr. Rene  

Met een stapeltje kunst, een jurk in aanleg en nieuwe visitekaartjes nemen we afscheid. De oproep op Whatsapp heeft direct geleid tot de eerste 15 euro voor Henry – minstens een week huur voor zijn shop – geweldige impuls, bedankt – en wil je ook van die mooie kaartjes? Stuur even een mailtje, whatsapp of messenger of bezoek de facebook pagina van Henry zelf. 


Stichting Bulamu Oeganda reis - februari 2020

Waaat? Interpol VOG! - reisblog 1 - 6 Februari 2020

Waaat ? 40 Euro per persoon om een formulier te krijgen waarin staat dat we ons goed gedragen hebben de afgelopen jaren?

2 dagen nadat we in April 2019 in Oeganda aangekomen zijn vallen de VOG verklaringen in Nederland op de mat. Enige vertraging kan in het proces aanwezig zijn zegt de overheid dan – en ook in mijn karakter worden deze zaken altijd te laat uitgevoerd, maar ja de verklaringen zijn dan ook maar drie maanden geldig dus die vraag je ook geen maand van tevoren aan.

Een VOG verklaring is een Verklaring Omtrent Gedrag. Ik lees deze verklaring en de inhoud maakt mij dan altijd weer trots. Een soortement Zeer Goed beoordeling van je werkgever, een onbekende die op heel officieel papier een statement maakt dat mijn gedrag onberispelijk is. Daar word je toch blij van – dit kun je kopen he, in Nederland. Een tip voor veel kerken en instanties in Nederland, spendeer 40 euro per lid en koop zo’n verklaring voor ze, geeft een enorme boost aan je zelfvertrouwen – afijn, ik dwaal af.

Bryan is in April 2019 voor ons onderweg. Maakt een behoorlijke omweg over Pernis om bij ons deze verklaringen van de mat te halen. Scant ze zo officeel mogelijk en stuurt ze ook op via DHL, nogeens 16 euro waardoor we deze belangrijke documenten voor bijna 100 euro een week later bij DHL Kampala kunnen ophalen. En dan heb je ook wat. Trots zijn we dat we nu naar het bureau van buitenlandse zaken kunnen om onze werkvergunning te gaan aanvragen. Foreign Affairs, here we come.

Het verhaal zou niet zo lang op zich hebben laten wachten als het toen allemaal gelukt was, maar als Happy John, de administrator van Stichting Bulamu Uganda, zich meldt bij FA (Foreign Affairs) dan loopt hij tegen een administratieve en bureaucratische lamp die ik al voorzien had. Het licht gaat uit – “What is This ? “ – “A Certificate of Good Conduct sir “ – “ But I can not read it “ Een typisch geval van Nederlands patriottisme? En ik heb hier nog heel duidelijk over gecommuniceerd. Voor 40 euro krijg je dus een volledig in het Nederlands opgestelde VOG met onderaan een regel die aangeeft dat alle termen in het Engels worden verklaard op de achterkant. Een soortement rebus voor de bijna 5 miljard niet Nederlands sprekende wereldbewoners maar heel duidelijk voor 15 miljoen polderbewoners. Het feest ging dus nier door, met 2 opties. Vertalen aan de universiteit van Makerere of toch (zoals Happy al aangegeven had) naar interpol voor een Certificate of Good Conduct ( een Engelse VOG). Voor beide opties hadden we toen geen tijd en we hebben deze reis gepland om dit af te maken.

Voor de rekenaars onder ons, een VOG kost dus nu iets van 1500 euro pp – maar uiteraard komen we niet alleen naar Oeganda voor de VOG, het is ook gewoon ons leven, onze omgeving en onze passie – zeg maar een uit de hand gelopen hobby waar we het hele jaar lekker voor aan het werk zijn en waar we nu de vruchten van plukken. Een VOG is voor ons ook nodig want daarmee kunnen we ons G1 visum aanvragen / een werkvergunning voor vrijwilligers van NGO’s (Non Governmental Organisations – Non Profit stichtingen). Dat is de volgende stap maar nu eerst naar Interpol.


We hebben met Happy afgesproken om om half 8 elkaar te ontmoeten bij Garden City, Wandegeye – een winkelcentrum / shoppingmall op de route naar Interpol.
Om 12 uur ’s avonds, midnight, terwijl mijn ogen al even dicht zijn, gaat de telefoon – verdwaasd draai ik me om en zie dat Happy belt, ik neem op met Goodmorning, in de gedachte dat ik het verslapen heb. “Hi, where are you now ? Is het al ochtend?” Huh, ik kijk snel naar de tijd, “ja het is net ochtend – en ik lig in bed natuurlijk.” En we zijn in ons appartement. – Oh, ik dacht dat jullie nog in Entebbe waren, nou dan hoeven we elkaar pas morgen om half negen bij jullie thuis te ontmoeten want interpol is 5 minuten bij jullie vandaan.

Ik verander de wekker. Heerlijk die Oegandese planning, weer een uur slaap gewonnen. Als we de tweede bak koffie op hebben krijg ik een berichtje via Whatsapp. Kwart voor negen. Ik ben vertraagd, “Jam” (file). Jam is een toverwoord in Oeganda – en niet geheel onterecht. Jam is overal, in ieder geval in Kampala. De gemiddelde randstad bewoner in Nederland zou zich verbazen over het feit dat het nog veel erger kan. De enige snelweg hier staat de halve dag vast en alle bypasses zeker een kwart van de dag en de tijdstippen van file worden veelal bepaald door de tijd van de regen waarin niemand zich op straat begeeft. Jam dus. We nemen nog een bakkie en uiteindelijk zijn we rond half 10 bij Interpol waar we gescand worden en waar gewezen wordt op een wachtlokaaltje van ca 4 m2. Dit gebouwtje is stampvol. Een bureautje, 4 bekende plastic stoelen (de producent hiervan moet multi miljonair geworden zijn in Oeganda alleen al) en een houten bank en een mengelmoes van zeker 10 indiers en oegandezen, maar geen politieagent. De zon brandt al lekker en werpt een zonnig licht op zeker 500, in groepen geordende, voornamelijk vrouwelijke wachtenden. Met paraplu’s, enveloppen en papieren proberen enkelen de zon tegen te houden terwijl een ander deel de schaduw opzoekt achter de bumper van een in beslag genomen Range Rover. Werkzoekenden – Oegandese gastarbeiders die bij Interpol ook een verklaring van goed gedrag of een paspoort komen halen om te gaan werken in de verenigde emiraten. Een bord boven de vingerafdrukscanner vertelt hen in koeienletters “Beware of Trafficking – laat je niet uitbuiten, pas op dat je geen slaaf wordt in het buitenland en laat je niet overhalen door mooie verhalen om uiteindelijk in de sex industrie terecht te komen” ik denk niet dat iemand er oren naar heeft. Ze betalen allemaal tussen de 250 en de 500 euro aan wervingsbureaus die voor hen een baantje hebben in Dubai of waar dan ook. Een enorm bedrag om uiteindelijk na hard werken met het dubbele naar huis te komen. De nieuwe vrijwillige slavernij.

Ook wij staan in diezelfde brandende zon. Half 10 – Half 11 – 11 uur “They are in a meeting”. Waar kan ik een klacht indienen zeg ik tegen Happy John – Hahahaha, een klacht bij wie? Wie zou er iets mee doen? Interpol? Het is schrijnend om te zien. We zijn blij dat we net zo behandeld worden als alle andere wachtenden en niet als blanke een andere positie krijgen maar wat een manier van handelen zeg. Mensenrechten en klantvriendelijkheid komen duidelijk niet voor in de uitvoering van het werk dat hier plaatsvindt. Er is hier en daar wat gemor maar erg ver gaat dat niet, meer gelatenheid en dat is het enige dat werkt.

Om 11 uur komt ons eerste aanspreekpunt uit de meeting – Al het bedienend personeel van interpol heeft dus van half 8 tot 11 uur zitten vergaderen terwijl er zeker 1000 man wacht om geholpen te worden. We leggen onze paspoorten en twee door Happy geschreven brieven op zijn bureau, tussen de paspoorten en brieven van nog 10 man om ons heen en de een na de ander zien we weggestuurd worden. “Wat kom je hier doen” is de standaard vraag. Een Indier voor ons is net 2 dagen in Oeganda zonder werkvergunnging, een andere Indier komt net uit Kenya, nog een ander kan geen geldig visum laten zien – totdat hij alle 7 visums uit zijn paspoort heeft laten zien – expired / expired / .. / Oh ja, deze is goed. Happy ziet het geheel aan, haalt snel de handgeschreven brieven weg en legt er de twee officiele Nederlandse VOG’s neer (had ik voor de zekerheid maar meegenomen) – deze zien er, zeker voor Oegandese begrippen, zeer officieel uit en dit helpt ons ook direct. Ah – heb je een copy van je paspoort, OK, Ah je hebt al een Certificate, OK, maak een copy van je visum; we schrijven ons in in zijn boek, ik moet voor Jolanda en mijzelf tekenen (dat is makkelijker?) en we zijn de eerste stap door. Links van de slagboom is afgerond, we mogen nu eindelijk naar rechts van de slagboom. Hier zijn we al zeker vier keer weggestuurd (enige plek met een beetje schaduw) maar uiteraard moeten we wel de regels volgen.


Ik denk dat we er nu zijn, een paar copieen maken en klaar, Happy zegt dat we plaats moeten nemen in het wit ommuurde deel waar vingers gescand worden en de aanvragen in behandeling genomen worden. Hij gaat copieeen maken achter deze muur. Als we naar binnen lopen blijken alle tien de bankjes vol te zitten. 50 Man in de wachtrij en daar komen tot grote hilariteit twee witte reuzen binnen stampen. Iemand maakt plaats voor Jolanda maar verder is er geen plekje over, ik zet mijn rug tegen de achtermuur en hoor en zie van alles om mee heen gebeuren, met voornamelijk wuivende en protesterende interpol agenten. Ik mag hier niet staan – en blijkbaar heb ik niet gemerkt dat deze agent als dagtaak heeft om iedereen die niet op bankjes past te sommeren om de ruimte weer te verlaten en plaats te nemen in de groene tent achter dit gebouw. Gelukkig heeft Jolanda dus onbewust onbekwaam een plekje front row bemachtigd en zonder langs start te gaan verlaat ik het gebouw en schaar me achter Happy. De muren van dit gebouw zijn ongeveer anderhalve meter hoog en ik toren er bovenuit en zie nog steeds diverse ambtenaren naar me wuiven en er komt er zelfs een op me af die zegt dat ik in de tent moet gaan zitten. Ik wuif hem af door te zeggen dat ik eerst copieen moet maken en de rust is weer even weergekeerd. Zonder communicatie weten we nog altijd niet wat er nu gaat gebeuren. De copieen worden binnen de muren gemaakt en als je een copy wilt hebben doe je dat door je papieren van buiten de muur over de muur heen te steken en te wachten tot ze worden aangepakt en teruggegeven. Papieren en geld wisselen van eigenaar als een soortement wedkantoor uit gangsterfilms over de drooglegging van America. Als wij onze copieen hebben dirigeert Happy me naar een andere rij waar we aansluiten – maar 20 wachtenden voor ons, 2 rijen naar een tafeltje met 2 agenten achter een bonnenboek. We gaan hier de betaalslip halen, een formulier met 3 doordrukken om te bepalen wat er bij de bank betaald moet worden. Alles met de hand. Om ongeveer half 1 staan we vooraan. Een dame aan de zijkant verzamelt onze papieren, brabbelt nog wat, zegt dat we nog een extra copy nodig hebben voor de bank en slaat een nietje door de pasfoto met de onderliggende, behoorlijk gegroeide, stapel papieren. Ik sta hier, Jolanda zit nog steeds achter de witte muren, Happy hobbelt heen en weer, continue de stapel die ik in mijn handen heb omruilend met zijn stapels – ik hoop dat hij in ieder geval weet wat hij moet doen. Ik sta hier, vooraan en bij de laatste voor mij is het bonnenboek van de tweede ambtenaar vol, de eerste is inmiddels een kwartier geleden vertrokken omdat zijn boek vol was. Niemand meer voor me, ook geen ambtenaar meer. “Wait here” is het laatste wat hij zij en na een stif kwartiertje wachten zien we overal vrouwen met dubbele borden lopen – dit voorspelt niets goeds. Lunchtijd. En lunchtijd in Oeganda is nog belangrijker dan teatime in Engeland. Er worden dan voor alle medewerkers borden met Potio (maismeelkoek) met bruine bonen en een stukje avocado geserveerd en onze ambtenaren hebben zich een duidelijk doel gesteld, 1 vol boek per ochtend.

Wachtend in de rij vraag ik aan Happy wat nu eigenlijk verder de bedoeling is. We kunnen er niet aan wennen, iedere Oegandees die we kennen denkt en werkt maar 1 stap vooruit. Hij is goed voorbereid want hier in de rij begint hij ineens twee pasfoto’s van ons uit zijn zak te toveren, hij weet blijkbaar heel goed wat de volgende stap is maar volgens mij komt het niet in hen op om daarover te communiceren of zich in ons te verplaatsen. Ik vraag hem wat de bedoeling is voor Jolanda en hij zegt “zij bewaakt haar plaats”. Iedere keer dat er iemand geholpen wordt voor een paspoort of een bewijs van goed gedrag, schuift de rij een plaats door en ze zal wel zien dat het zo werkt. Ik vraag hem of hij denkt dat zij dat weet en hij is daar volop van overtuigd – op hetzelfde moment belt Jolanda met de vraag wat er nu eigenlijk moet gebeuren en met de opmerking dat ze in dan in de verkeerde rij zit. Niets is minder waar, gewoon doorschuiven. Ik haal een flesje fanta en een chapati voor ons drieen en al knabbelend van de pannenkoek hoor ik om me heen meer Oegandezen zuchten en semi-klagen over de achterstand in dit land en bij deze overheidsorganisaties. Af en toe vallen mijn ogen half dicht. De temperatuur is goed en de zon was zo goed voor mijn huid dat mijn hoofd begint te kloppen. Interpol sunshine heeft me na drie dagen al een mooi kleurtje opgeleverd. Ik zit ergens achteraan maar onze papieren liggen prominent bovenaan en als de ambtenaren terugkeren met twee smetteloze blokken – en de menigte zich al wringend naar voren duwt, heb ik voordeel van mijn lengte, gewicht en pers ik me naar het bureau waar nog geen minuut later mijn 2 ingevulde formulieren klaar zijn. Lunch is over en de papieren waren hier al heel lang op dus zal er wel geen rij staan bij de bank. Jawel, met deze papieren voor betaling (iedereen krijgt dezelfde bon, iedereen moet 80.000 shilling betalen, ongeacht wat je komt doen, het slaat nergens op, een stempel, een krabbel, met de hand 4 bedragen opschrijven en zo dus weer twee man aan het werk houden en een economie drie uur platleggen. Met deze papieren gaan we naar de hogerop de heuvel gelegen franchise van de bank. En – niet verbazingwekkend – hier staat weer een rij.

Uiteindelijk hebben we ons op drie plekken geregistreerd, een opdracht meegekregen voor de papieren die we al bij ons hadden, een betalingsbewijs betaald en zijn we 6 uur verder als we ons bij Jolanda voegen en net op dit moment wordt er niemand meer in het wit stenen gebouw toegelaten. Kom maandag maar terug. Wow – als ze er niet gezeten had !

Witte dikke zweetvingers

Het mag gezegd worden, ondanks de schijnbare chaos is het personeel wel vriendelijk – we worden in deze stap netjes geholpen door 2 officers die achter een grote zwarte interpol koffer zitten. Volledig ingericht voor veldwerk. Een laptop, een mobiele vingerafdruk scanner en half onder het schuim zie ik ook nog een supermoderne spiegelreflexcamera. Europese subsidie schiet als eerste door mijn hoofd. Een scan systeem voor lokale behoeften en volledig in de koffer gelaten om hier mee te werken. De ambtenaar zit met zijn handen in de lucht de gegevens van Jolanda in te voeren – achternaam Van tweede achternaam Grevenbroek derde achternaam e/v Nieuwenkamp – disturbing Dan ook nog 2 voornamen, eindelijk gelukt – maar nu de fingerprints. De kleine zwarte vingers van de superdonkere vrouwelijke ambtenaar vouwen zich om de opgezette kleffe vingers van ons heen. Een vingerafdruk kan blijkbaar alleen als je heel hard op een vinger drukt en hem dan ronddraait tegen de natuurlijke neiging van de eigenaar in. Ik kan me niet overgeven, dat is al lastig tijdens een massage, laat staan als iemand zich ontfermt over je vinger zonder mij onder narcose te brengen of te vertellen wat je wilt. Na tientallen keren proberen om een pinkafdruk te krijgen en een halve bus ontsmettingsmiddel om de vingers af te koelen en in normale staat terug te brengen wordt het systeem zuchtend afgesloten. Ik ben benieuwd of het eindelijk gelukt is en ik heb niemand van de 50 wachtenden na ons horen of zien zuchten. Het hoort er allemaal bij.


En nu? Geen idee, we vragen of het nu klaar is en dat blijkt zo te zijn. Vrijwel niemand voor ons heeft deze vraag gesteld maar blijkbaar worden we binnen 2 weken gebeld dat onze VOG kan worden opgehaald. Toch wel gaaf, een jaar en een dag en 40 euro verder omdat onze overheid zegt dat de VOG in het Nederlands overal wordt geaccepteerd en dat Oeganda zegt dat ze natuurlijk geen Nederlands document accepteren. Dit houdt per direct ook in dat de aanvraag voor de werkvergunningen wel gedaan gaat worden maar dat ik m pas in April kan gaan ophalen – voor Jolanda wordt het dan hopelijk wel geregeld in de komende 5 weken.

Waar doe je dit allemaal voor – eigenlijk alleen om niet het idee te hebben of het idee te geven dat we hier alleen komen als tourist of om vrienden te ontmoeten. Ik wil gewoon dat gezeur niet meer aan de grens en een vast visum in mijn paspoort en uiteindelijk, naar de nabije toekomst in Oeganda ook gewoon een huis en een kantoor kunnen huren en een bankrekening kunnen openen – dus daar heb ik nog wel wat geduld voor.

We vertellen aan Happy dat we klaar zijn en hij vraagt wanneer we de documenten kunnen komen halen. Hij is niet blij met ons antwoord en zoekt ambtenaar nummer 1 weer op. Ik blijf wijselijk even buiten, uit het zicht totdat Happy me roept. Als ik binnenkom is deze politieagent ineens formeel. Hij vraagt aan Happy of ik zijn klant ben en als ik ja zeg dan zegt hij dat het proces is gestart en dat ze maandag beginnen met het verifieren van de handtekeningen. Hij staat op en verlaat het kantoortje. Happy zegt “hij is bang” Hij heeft Happy verteld dat hij de ambtenaar van de scans moet vertellen onze papieren direct te behandelen en nu ineens een blanke in zijn kantoor verschijnt wil hij niets meer zeggen in de angst dat ik hem rapporteer. Angst regeert nu de overheid iets probeert te doen aan de corruptie. De corruptie is hier bij interpol niet (meer) zichtbaar maar nu deze door angst is overgenomen is de traagheid van werken voor iedereen hetzelfde geworden. Je zou dit concern met 4 of 5 gepassioneerde medewerkers in een kwart van de tijd kunnen draaien – of denk ik nu te westers, het geeft nu de mogelijkheid aan zeker 20 medewerkers om een baan te hebben (en houdt tegelijkertijd 1000 man uren van de straat) – Oegandezen vragen ons wel eens waarom we zo efficient zijn, ik vraag me af of ik het ooit kan uitleggen, wat zouden ze hier in hemelsnaam moeten doen met alle uren en alle manschappen die ze over zouden hebben als ze het systeem zouden optimaliseren.

We wachten met hen mee...

2025

2024

2023

2022

2021

2020

2019

2018

2017

2016

2015

2025 Financieel Jaarverslag

2024 Financieel Jaarverslag

2023 Financieel Jaarverslag

2022 Financieel Jaarverslag

2021 Financieel Jaarverslag

2020 Financieel Jaarverslag

2019 Financieel Jaarverslag

2018 Financieel Jaarverslag

Stichting Bulamu Letterhead

Stichting Bulamu Jaarverslagen en nieuwsbrieven

 

Jaarverslagen

      Jaarverslag 2017      
      Jaarverslag 2017      

Jaarverslagen

  Jaarverslag 2010 / 2011    Jaarverslag 2015   Jaarverslag 2016  
    Jaarverslag 2010 / 2011    Jaarverslag 2015     Jaarverslag 2016   

Nieuwsbrieven

  2011_Start_HOL   Hands of Love 2012   Hulpvraag 2015   Hands of Love 2011  
   HOL Startbrief 2011     HOL brief mei 2012    Hulpverzoek 2015    Feed My Lamb maart 2017    

 Registratie

      Stichting Bulamu Uganda registration       
Go to top

Stichting Bulamu ©2008-2018 - Site generated by MrKawa - Gopherit

www.veter.shop - mrkawa.com - allesvoorjeschoenen.nl